Als een arts je bloedverdunners voorschrijft, is dat meestal omdat je een verhoogde kans hebt op bloedpropjes in je bloedvaten. Hoewel de werking hiervan héél belangrijk is voor je gezondheid, zijn er wel een aantal dingen waar je op moet letten wanneer je bloedverdunners slikt.

 

Op déze dingen moet je extra letten als je bloedverdunners slikt

Als een arts je bloedverdunners voorschrijft, is dat meestal omdat je een verhoogde kans hebt op bloedpropjes in je bloedvaten. Hoewel de werking hiervan héél belangrijk is voor je gezondheid, zijn er wel een aantal dingen waar je op moet letten wanneer je bloedverdunners slikt.

Bloedverdunners worden voorgeschreven wanneer je last hebt van ongewenste bloedstolsels of een verhoogd risico hierop. Je krijgt ze bijvoorbeeld na een hartinfarct, TIA of herseninfarct, bij trombose, hartkramp of boezemfibrilleren. Door deze medicatie is de kans op het ontstaan van een bloedprop kleiner. Daardoor neemt de kans dat je (opnieuw) een herseninfarct, trombosebeen of longembolie krijgt af.

Let op: de situatie kan voor iedereen net anders zijn, dus overleg altijd met je huisarts of apotheker als je vragen hebt over de medicatie die je gebruikt.

Antistollingsmiddelen

Bloedverdunners worden ook wel stollingsremmers of antistollingsmiddelen genoemd. Ze herstellen de balans in je bloed, wanneer dit te snel stolt: het bloed mag niet teveel stollen en ook niet te weinig, want dan kunnen er juist onbedoelde bloedingen ontstaan. Maar omdat bloedverdunners ervoor zorgen dat je bloed minder snel stolt, hebben ze een aantal bijwerkingen die bij vrijwel iedereen voorkomen. Dat zijn de volgende:

• Als je een wondje hebt, blijft deze langer bloeden.
• Je krijgt sneller blauwe plekken. Blauwe plekken ontstaan als een bloedvat, bijvoorbeeld doordat je je stoot, beschadigd raakt. Deze kan dan onderhuids wat bloed gaan lekken, wat zorgt voor de bekende blauwe plek. Bij bloedverdunners kan een klein lekje in je bloedvat al snel voor een grote blauwe plek zorgen, ook zonder dat je hard valt of je stoot.
• Slik je bloedverdunners, dan krijg je ook eerder last van onder andere een bloedneus, bloeding in je oogwit, darmbloeding of een bloedende aambei.

Het is heel belangrijk dat je van deze mogelijke risico’s van bloedverdunners op de hoogte bent, én dat je weet wanneer je aan de bel moet trekken bij je huisarts, specialist of de huisartsenpost.

Wondjes terwijl je bloedverdunners gebruikt

Niet bij elk wondje hoef je meteen naar de dokter, maar volgens Thuisarts zijn er een aantal richtlijnen voor wanneer je dat beter wel kunt doen. Twijfel je? Dan is het altijd verstandig om toch medische hulp in te schakelen.

Heb je een kleine wond, dan is het belangrijk dat je deze dicht drukt met een steriel verband of schone theedoek. Bij een bloedneus kan het helpen de neus dicht te knijpen. Houd vervolgens goed de tijd in de gaten. Duurt een bloedneus langer dan dertig minuten of bloedt een wond na een half uur nog? Dan moet je direct de huisarts of huisartsenpost bellen. Ook als je een blauwe plek hebt die groter is dan drie bij drie centimeter of langzaam groter wordt, wordt aangeraden naar de huisarts te gaan wanneer je bloedverdunners slikt.

Als je gevallen bent of een ongeluk gehad hebt, is het ook belangrijk dat je oplet of er geen bloed in je urine of ontlasting zit, je geen bloed ophoest of er bloed in braaksel zit. Deze tekenen kunnen namelijk wijzen op een bloeding in je maag, darmen of longen. Het is heel belangrijk dat je dan onderzocht wordt door een medisch expert.

Medicatie en bloedverdunners

Maar je moet niet alleen opletten bij bloedingen als je bloedverdunners slikt: er zijn ook dingen op het gebied van medicatie die je moet weten. Zo kun je beter geen pijnstillers die vallen in de categorie NSAID’s of ontstekingsremmers slikken, wanneer je bloedverdunners gebruikt. Dat zijn bijvoorbeeld ibuprofen, naproxen en asprine. Paracetamol is een betere optie als het om pijnstillers gaat in dit geval, omdat de NSAID’s de kans op maag- en darmbloedingen vergroot. In sommige gevallen is het wel nodig om deze te slikken, maar doe dit dan in overleg met je huisarts.

Ook wordt het sterk afgeraden om andere medicatie te gebruiken naast de antistollingsmiddelen, zonder overleg met je (huis)arts of de apotheker. Dat geldt niet alleen voor voorgeschreven medicatie, maar ook medicijnen die je zelf bij de apotheek of drogist kunt kopen. Zo is bijvoorbeeld bekend dat sint-janskruid de werking van bloedverdunners kan verminderen. Krijg je een vaccinatie, bijvoorbeeld voor een vakantie of de griepprik? Dan is het belangrijk dat je vertelt dat je bloedverdunners slikt. De persoon die de injectie geeft, kan dan bepalen wat de beste manier is om te prikken.

Sporten en vrijetijdsbesteding met bloedverdunners

Gelukkig zijn er ook heel veel dingen die je nog gewoon mag doen wanneer je bloedverdunners slikt. Zo is sporten geen probleem, zolang je geen hoge bergen wilt beklimmen - dat verhoogt de kans op bloedstollingen aanzienlijk. Ook is het belangrijk dat je een sport goed waarbij de kans op ernstige wonden niet enorm hoog is. Wil je op vakantie? Dan is er goed nieuws: een lange vlucht of busreis is geen probleem als je bloedverdunners slikt. Het enige waar je goed op moet letten, is dat je de medicijnen op tijd neemt én dat je voldoende medicatie meeneemt.